Sprint
· 4 heats met 4 zwemmers
· elke heat vanaf startplaats tot aantikken finish.
· 3 rondjes sprint (ongeveer 150 meter)
· nummers 1 en 2 gaan door naar finale
· nummers 3 en 4 gaan door naar halve finale
· halve en hele finale leveren teampunten op die gebruikt worden voor eindscore en voor het vaststellen achtervolging.
Afvalrace
· 2 personen per team opstellen
· 1 heat met 8 zwemmers in de baan, 6 ronden, daarna een finale.
· eerst twee rondes zonder afvallers
· bij de tweede keer ronden eerste boei een afvaller
· na 6 rondes (5 afvallers) wordt een eindsprint ingezet met 3 zwemmers van één ronde die eindigt bij de finish.
Achtervolging
· 1 persoon per team opstellen
· Start zwemmer 1 op startplaats, andere zwemmer op haaks op de finishplaats
· achtervolging op 3 rondes (150 meter)
· scheidsrechter en starter stellen vast wie er als eerste aantikt
· bij gelijk dan direct nog een keer een start, winnaars gaan door naar finales.
Estafette (relay)
· 3 zwemmers per ploeg,
· 8 in het middenvak, 4 starten op startplaats.
· alleen aan lange zijde mag overgenomen worden door één fysiek contact met een deel van het lichaam (tikken, duwen etc.)
· er moet in vaste volgorde gewisseld worden, kleuren caps bepalen dit
· 500 meter, 12 rondes in totaal.